maandag 27 december 2010

Mieke

Mieke zat naast een andere, iets oudere dame, recht over mij in de wachtzaal van de diabetes consulente en de diëtiste. Die hielden zich beide bezig met de begeleiding van patiënten met diabetes. Ik kan van beide dames geen slecht woord zeggen hoor. Neen, ze zijn de doorsnee van de vrouwelijke hulpverlening die je nu eenmaal in een doordeweekse afdeling van elke kliniek tegen komt. Weinig initiatief, weinig sympathie, weinig fantasie, weinig illusies en af en toe een beetje raad en wat meer smaad. En dan van die raad waar je eigenlijk niks kan mee aanvangen. En neen, inderdaad, eigenlijk vind ik ze helemaal niet leuk. Al zijn ze best wel leuk om naar te kijken, dat geeft deze jongen graag toe. Dat wel. Want het oog wil ook wel eens wat. Of dan toch, mijn oog.
Maar kan je hen iets kwalijk nemen ? Ze proberen toch ook maar hun boterhammen te verdienen. Net als iedereen. Net als ik, zou ik zeggen. Al is dat boterham verdienen toch relatief. Niet ? De ene verdient beter zijn beleg op die dagelijkse boterham, dan de andere. Dat ziet u ook. Dat ziet we immers allemaal wanneer we langs Vlaanderen wegen rijd en rondkijkt. Je ziet villa’s staan die je nooit met werken alleen kan verdienen.
Dus dat bedoel ik.
De dames waarvan ik spreek komen dus om hun boterham te verdienen. Niet om de wereld te redden van – ik zeg maar zo iets – het huiveringwekkend groeiend gat in de ozonlaag. Niet om de armen rijker te maken. Niet om de tijger van ondergang te behoeden. Niet om mensen gelukkiger te maken. Niet om het gras groener te maken, of om uw temperatuur of iets anders te doen stijgen. Niet om de honger uit de wereld te helpen, want zo overmoedig ze ook mogen zijn, die veroorzaken ze net zelf. Dat alles zal hun dus worst wezen. Het is een heldere, en open vraag of ze daar, in dat gelig betegelde kantoortje met kantoorornamenten en meubulair uit de jaren veertig, eigenlijk uberhaupt wél drijfveren hebben. Drijfveren die wij, als gewone patiënten, begrijpen zouden kunnen. Want dan kenden we misschien de excuses voor hun houding. En je hebt nu eenmaal een houding nodig, voor je tot een verhouding of een of andere vorm van relatie, komen kunt. Al lijkt het me pertinent zo, dat ze net die relatie met hun patiënten, missen kunnen als rotte kiespijn, en ze hen behandelen als een “dossier” gevuld met getalletjes en datums. Want zeg nu zelf, wie heeft er een emotionele band met een stapel papier dat we een dossier noemen ?
Maar ach, dat is natuurlijk mijn bescheiden mening.
En, ik was hier tenslotte over Mieke begonnen.
Is het niet ?

Ik kende ze wel hoor, ik heb ze daar nog al eens bemerkt. Ze was zeker een kleine twintig jaar jonger dan ik. En als je haar aanbiddelijk figuur zag, zou je niet begrijpen wat ze bij een diëtiste kwam doen. Mijn gretige ogen vertelden me dat ze alles in huis had, wat een man gelukkig maken kan. Een lijf om u tegen te zeggen. Een paar prammen van tieten die ik wat graag in mijn handen zou nemen, om daarna mijn lippen om de mooie ronde tepels van haar borsten te sluiten en eens goed aan die, ongetwijfeld, grandioos smakende heuveltjes te zuigen. Ze had optimale rondingen, die ik, stuk voor stuk, helemaal belikken en betasten wou. Zonder een stukje over te slaan. Iedere man zou bij haar in de zevende hemel vertoeven. Mijn fantasie sloeg hier blijkbaar erg snel op hol. Ik zou haar strelen en overal met mijn hete tong aftasten. Haar tieten zou ik uitgebreid bezeveren en bepotelen en ik zou zuigend en snakkend, afdalen naar haar navel, terwijl mijn vingers haar tepels zouden beroeren. Daar zou ik voorzichtiger moeten worden, want haar navelpiercing leek me op het eerste zicht, nu niet direct het ideale metalen fantasietje, om eens stevig een tongske bij te draaien. Eerder om je tong flink mee te snijden. Haar foef zou vunzig, vochtig en heet, heel heet naar mij staan. En helemaal kaal geschoren zijn. De zever liep uit mijn mond, en mijn jongeheer stond te duwen tegen de gesloten rits van mijn jeans, als een driftige bok. O, o ,o, wat heeft een man anders nodig ?
Veel moed om haar aan te spreken misschien ?
Ja, Mieke en ik zouden hete momenten samen kunnen delen.
Mijn ding dat haar onderste, vlezige lippen zou doen splijten. Wouw, dat zou vonken van vuur en zweet in het rond doen spatten. Zweet ja, en de rest. Jongens toch, ik zou de “time of my life” hebben met haar. Op haar. In haar. En zij met mij. Want, was ik niet een minnaar uit duizend en een nacht misschien ? Was ik geen goddelijk geschenk aan elke vrouw ? Een bereikbare Richard Gere ?
Of neen, nee. Ik had een beter idee.
Achter op mijn stalen ros zou ik haar meenemen naar mijn verborgen plekjes in een verholen bocht van de Schelde. Bij haar haren zou ik haar meesleuren ja ! Eerst omhoog, over de dijk, dan neerwaards, naar de oevers van de stroom. Doorheen het struikgewas. Doorheen het onkruid. Dwars doorheen de netels en de stekelige distels. Over scherpe keien en steengruis. Over afgebroken takken en verdorde bladeren. Tot ik met haar aan de laatste bomen voor de waterrand aangekomen zou zijn. Daar zou ik haar de rest van haar kleren van het lijf sleuren, en ze met een paar kettingen vastmaken aan de laagste staande boom daar. Haar handen laag bij de grond vast aan de wortels. Haar voeten vlak bij haar handen. Zodat ze daar stond met haar blote kont kaarsrecht omhoog richting water. De billen hoog omhoog, en haar hoofd ver naar beneden, haar losse rode haren, omlaag naar beneden hangend, tot over haar voeten. Haar blanke billen zouden zichtbaar zijn voor elke schipper en bootsman die op het water voorbijkwam. En of die dat leuk zouden vinden !!! Maar eerst zou ik haar ranke blanke billen behandelen met wat beukentwijgen. Rode striemen zouden de zon tegemoet lachen. Hete tranen van de pijn zouden haar bolle wangen bevochtigen, en hun aantal zou aanzwengelen bij elke zweepslag ik haar daar verkocht. Ik hoorde ze al om genade smeken. Dan zou ik haar billen kneden en overal betasten. Haar bilspleet open trekken, en haar intiemste binnenste plekjes open en bloot kunnen aanschouwen. Wat een genot !! Wat een zicht !! Wat een vrouw !!! Ik hoorde de schippers hun stoomfluit al blazen. Tonen die haar billen zouden doen trillen, en op wiens ritme mijn genotsknots zich een weg naar haar binnenkant zou banen. Als mijn lul bij haar naar binnen zou dringen, sloeg ze een kreet van opluchting. Haar lichaam zinderde van emotie onder het voelen van die penetratie. Net boter. En het toneel maakte mij zo hitsig, zo hitsig, dat ze elk druppeltje zou mogen ontvangen.......

Ik moets me even verzetten op mijn stoel.
Er begon immers wat te wringen in mijn broek.
Ik hoorde haar haar verhaal vertellen tegen haar buurvrouw.
Dat doen mensen vaker als ze samen in een wachtzaal zitten weet u ? Alle miserie van de wereld passeert daar immers dagelijks de revue. Ook de uwe. Sommige mensen praten daar graag over. Als je uitvvoerig over je eigen miserie praten kan, dan weegt die nog maar half zo zwaar. Naar het schijnt. Dat weet u ook. Ik echter niet. Maar de tijd passeert er sneller door. Mensen praten graag, zeker als het vrouwen zijn. Dat ligt in de aard van het menselijk beestje. En zeker als het vrouwen zijn. De informatie moet gedeeld worden hé. Zeker als je een vrouw bent.
Ja, Mieke moest ook bij de diëtiste wezen in het kader van haar therapie.
Sinds de geboorte van haar jongste had ze rare eetstoornissen.
Ze wist het allemaal wel goed hoor.
Ze wou aan het ideaalbeeld uit alle media voldoen.
Maar ze had ook wel honger. Meer honger dan dat ideaalbeeld eigenlijk toeliet.
Dus hongerde ze zich uit of stak ze haar vingers in haar keel, en als resultaat van dat gedrag had ze vreetbuien. Waarna ze laxeermiddelen nam.
Want ze wou helemaal niet bijkomen, neen !
Ze wou net gewicht verliezen.
Soms zag ze geen uitweg, wist ze niet welke weg in te slaan.
En haar eigen gedrag maakte haar radeloos.
Zo over en weer geslingert worden door twee uitersten.
Ze werd zo radeloos dat ze haar kind en man verwaarloosde.
Resultaat, haar kinderen zaten nu hele dagen bij de grootouders, en haar man zat elders, ze wist ook niet zo goed waar. En zij zat thuis tussen vier muren in een benepen appartementje, en werd keer op keer geconfronteerd me haar eigen gedrag en haar eigen beperkingen. En ze werd er langzaamaan gek van, zei ze. Bovendien was ze begonnen met te drinken en rookte ze nu al meer dan twee pakjes per dag. Dat maakte haar allemaal nog labieler. En ze vond zichzelf o zo dik, dat kon gewoon niet. Al die vetrolletjes. Zoals die over de bandjes van haar BH rolden. En over de rand van haar slipjes. Niets leek haar nog te passen. Dat was allemaal écht geen zicht, vond ze. Rijp voor de psychiater en het zothuis was ze. En dat waren haar eigen woorden. Ze kon geen handen meer op haar lijf verdragen. Zeker niet zonder kleren. En tegen seksueel contact kon ze helemaal niet meer. Want haar buik hing te ver over haar kut omlaag.
Neen, Mieke vond zichzelf helemaal niet mooi.
Ze vond zichzelf een heks met heksenstreken, maar zonder toverspreuken.
Anno 2010 kan zoiets tellen.
Zeker bij psychiaters en psychische gezondheidswerkers.
Nobody is perfect, zei ik reeds zo vaak.
Ik denk dat de voornaam van madam Nobody, Mieke is.
En ik bezag haar al even anders als daarstraks.
Haar prammen leken me al een stuk onaantrekkelijker, en haar onbehaarde pruim al een heel eind verder van mij weg.
Haar piercing leek me plots ook best levensgevaarlijk.
En haar rookgedrag al helemaal onoverkomelijk.
Om deze reden zat Mieke dus hier bij de diëtiste.
Ik voelde me een beetje raar. Een beetje, ongepast misschien ?
Mijn, door men levendige fantasie stijf geworden fluit, verschrompelde.
Nobody is perfect.
Wel, ik precies ook niet.