maandag 4 augustus 2008

Om den brode

Frieda zong in een groepje.
Niks speciaals zult u zeggen.
Twee van de vier gasten die haar begeleidden kwamen uit Tremelo.
Daarom noemden ze zich, Frieda en de Tremeloos.
Ik beken, weinig origineels in die naam.
Van die andere twee gasten, was er een van Booischot en de andere van Muizen.
Dacht ik.
Der werd vertelt dat Frieda ze alle drie had binnen gedaan.
Alle drie, behalve die gast uit Muizen.
Nu zult u opnieuw zeggen, das niks speciaals.
En dat is ook zo.

Zeker als u weet dat dit alles zich situeerde in begin jaren zeventig. De goddelijke flower power was in, destijds. De tijd van het gelukzalig leven. De tijd van make love not war. De tijd van de Beatles en de Stones. De tijd van ongebreidelde sex. De tijd van onze revolutie. De tijd waarin je nog ongelimiteerd kon experimenteren met alle drugs. De tijds toen ze nog voor geen aids gehoord hadden.
Frieda is me eens op een blauwe Maandag destijds, komen vragen of ik niet wat teksten voor hun muziek zou willen schrijven. Ja, lawaai en luide klanken konden ze wel produceren. Maar daar dan nog eens woorden aan toevoegen, neen, dat ging hun petje wat te boven. Zeker als ze eigen nummers zouden willen schrijven. Met de lyrics van covers hadden ze het duidelijk minder moeilijk.
En, gezien Frieda’s bevallige verschijning in die korte en fleurige mode van toen, en gezien het feit dat ik haar zeker ook wel eens wou binnen doen, kon ik natuurlijk ook geen neen tegen dat kind zeggen. Dus zo kwam het, dat ik ook voor een stukje dan, lid werd van Frieda en de Tremeloos. Al was ik toen nog van Mechelen. Nu ja, Frieda wist dat ik wel eens stukskes schreef, en dat ik af en toe in een romantische bui wel eens een gedichtje durfde neerpennen. Ze had er eens een van gelezen, en ze wist dat dus nog. Dan mocht een stroofje en een refreintje schrijven toch geen probleem wezen. En natuurlijk hapte ik toe. Dus ik vroeg grijnzend aan Frieda hoe ze dacht me te vergoeden voor bewezen diensten. Wat er tegenover mijn breinbrekend werk zou staan. En zo simpel was het toen dus, want zo deed ik Frieda binnen. Voor de eerste keer. Voor mij dan. En er zouden nog meerdere keren volgen. Voor iedereen van de band.
Dus zo begon ik voor de Tremeloos te werken. En mijn paal in Frieda te steken. Want Frieda was een heel lekker wijf. Met een wreed lekker lijf. En nog meer goesting als ik. Wat zeg ik, meer goesting als alle gasten in de band samen. Behalve die gast van Muizen dan. Want die was niet in Frieda geintresseerd. Alleen in het zuipen achteraf. Hij hield meer van de fles dan van zijn fluit. Eerst bier, net als iedereen, dan sterke drank. Bij ons noemen ze dat korte drank. En tis inderdaad korte drank. Ik weet dat ik hem eens een fles Ricard op iets meer dan een half uur soldaat weten maken heb. Das kort. En eigenlijk denk ik, dat op een bepaalde manier, daar de miserie begonnen is. Er zat een buitenbeentje bij de band. Eentje die je eigenlijk niet vertrouwen mocht in een tijd van flower en power. Jannetje miste wel geen kutje, maar wel de aandacht die de kut aan anderen gaf. En telkens hij de kut miste, deed hij een nieuwe fles open. Om alle misverstanden uit te sluiten, ik heb het dus over de kut van Frieda. En over Janneke uit Muizen. Hij drumde. Met stokken kloppen kon hij goed.
Dus ja, Frieda neukte dus iedereen. Met goede vrienden mag je neuken, zei ze me eens, zo houd je ze als goede vrienden. Ze dacht er eigenlijk helemaal niet genuanceeerd bij na. Ze vond het gewoon leuk. Niets zo leuk als klaarkomen, zei ze me. Niets zo intens ! En das waar, Frieda kon klaarkomen. Als een fontein. En dat zie je niet vaak, een vrouw die spuiten kan als een man. Schrijf daar is een liedje over, commandeerde ze me met hij wijsvinger in de lucht, en een brede glimlach. En dat deed ik. Met heel veel plezier. Het nummertje noemde “schuim op men lippen”, en de bas en de drumpartijen die erin zaten, deden vensterglas springen. Ik weet de tekst al lang niet meer, maar ik herinner me de discuties nog wel een beetje. Frieda vond dat er kut had moeten staan in plaats van lippen. Ik dacht bij het schrijven van het nummer aan een schoon gevuld pintje, Frieda aan haar schuimende kut. Ja, Frieda is er nooit vies van geweest. Onnodig te zeggen dat deze song nooit een hit is geweest. Wat wel van “de pater zijn kont” kon gezegd worden. Het is welgeteld drie keer op de radio gedraaid, en er zijn geloof ik achthonderd exemplaren van verkocht. Maar dat kwam alleen maar omdat Frieda toen ook nog eens de manager van een andere groep neukte, die iets voor haar wou terug doen. Het werd een 68 toeren plaatje, met twee a-kanten. Er stond twee keer hetzelfde liedje op, omdat de rest van het repertoire niet geschikt voor distributie gevonden werd. Maar een manager neuken kan dus opbrengen. Zeker als je een mooie vrouw bent en er pap van lust. En daarna was er van de Tremelooos al geen sprake meer. Al wisten ze het zelf niet.
Maar de onenigheid begon eigenlijk veel vroeger.
Vanop dat na-de-repetietie-feestje van de 21ste juni. Ik weet het jaar niet meer, maar twas ergens achteraan in de zeventiger jaren. Zoals gewoonlijk bracht ik niet meer als een schrift mee naar de repetitie, een schrift en een pen. Soms ook twee pennen, voor het geval ik er een zou kwijt spelen. Gilbert, de toetsenman, had steeds een bak bier bij. En janneman een stuk of drie flessen straffer spul. Erik bracht steeds genoeg sigaretten voor iedereen mee. Zijn ouders hielden een tabacszaak open, vandaar. En daar is de zever begonnen. Ik zat in mijn schrift wat met woorden en rijmen te spelen, dus ik heb het niet echt zien beginnen. Ik lette niet op, omdat Frieda op een moment Gilbert zat te pijpen, terwijl die een flesje bier naar binnen aan het gieten was. Ik hoorde haar duidelijk zuigen en mompelen. En tussen twee luide boeren door, hoorde ik Gilbert ver zijn hoogtepunt bereiken. Plots zat de Jan er boven op. Hij sloeg een fles likeur stuk op Gilberts gezicht. Het werd een handgemeen van jewelste, terwijl Frieda de lul van Gilbert in haar mond hield. En het ongelofelijke was, dat ze steeds maar blijven beweren is, dat, ondanks de slagen en de verwondingen, Gilbert nog in haar mond geschoten had ook. Hoedanook, we hebben ze alle twee van mekaar moeten sleuren. En maanden lang was er geen repetitie. Maar toch wist Frieda het groepje bijeen te houden. Met haar kut. Maar de eerste barsten zijn toen ontstaan.
In die paar weken zonder repetitie heb ik vele dagen met Frieda doorgebracht. En vele nachten. Ik merkte toen heel goed dat het niet ging blijven duiren. Maar zij dacht er anders over. Frieda dacht echt dat je alles met neuken kon oplossen. Van de kleinste meningsverschillen, tot huizenhoge problemenen. Van een d-t fout, tot uitgeslagen tanden. Bij Frieda was alles zeer eenvoudig, plezier maken was de essentie voor haar, en als het even tegen zat, neuken, totdat er terug plezier kon gemaakt worden. Ik heb in die periode veel met haar gepraat. Maar misschien net niet genoeg. Verdomme, ik heb veel met haar geneukt. Als ik de derde keer op een uur niet meer kon, nam ze mijn lul vast en sprak ze er tegen. Als jij niet overeind komt, dan ga ik op een ander. Toen was ik jong, dus hij kwam overeind. Maar ja, ze ging dus evengoed op een ander. En het bleef niet bij ene keer. Het klonk eigenaardig, zij hield de groep bijeen, maar zij was eigenlijk ook de katalysator van de onvermijdelijke breuk ervan. Ik denk wel niet, dat ze dat ooit begrepen heeft. Maar godverdomme toch, neuken kon ze als geen ander. Ze kon je lul behandelen met haar mond, tong en vingers, en hem tot bedaren brengen door er op te knijpen, net onder zijn eikeltje. Om hem daarna tegelijk met je prostaat te bewerken, zodat je tot tegen het plafond schoot. Er is geen enkele vrouw wiens kut zo nat kon worden als die van Frieda. Dan toch niet in de rij vrouwen die ik gekend heb. En der is geen één vrouw wiens kont zo graag door lul opgevuld werd al die van Frieda. Wat een kont ! Wat een kut ! Allemensen ! Wat een vrouw !
Het groepje floptte.
Afgunst en nijd hebben nooit lang samen muziek gemaakt.
Alleen maar kort, en erg luid.
Net als de Tremeloos.
Het werd even stil rond Frieda.
Zelf verhuisde ik, en kwam in andere milieu’s terecht.
Frieda geraakte aan de drugs.
En Frieda raakte ook nog eens in de prostitutie.
Je moest toch iets doen om aan je dagelijks brood te geraken.
Ik heb ze daarna nog een enkele keer gezien.
In het gasthuis.
Ze was daar gebracht met de negenhonderd.
Een klant had haar een snee met een mes verkocht, die liep van achter haar rechteroor tot op haar linkerbil. En het moest genaaid. Ze moest enkele dagen blijven. En toen ben ik haar gaan bezoeken. For old time sake, zeggen ze. Het was een deprimerende ervaring. Erg deprimerend. Nog geen twintig jaar na “de pater zijn kont”, zou je haar niet meer herkend hebben. Haar haar was gekleurd, maar je zag het grijs er heel goed doorkomen. En rimpels dat ze gekregen had. Haar tieten waren een flink eind naar beneden gezakt, en ze had een duidelijk buikje gekweekt. Slank was ze dus evenmin gebleven. Neen hoor, ze spoot niet meer. Alleen af en toe eens snuiven en een jointje roken. Das alles, meer deed ze niet meer. Ze had geen vaste relatie. Alleen een kerel die haar wekelijks haar geld afhandig kwam maken.
We haalden wat herinneringen op. Dat ze zo schoon zingen kon. En dat ze er wel pap van lustte. Maar dat was serjeus gemindert, die pap lusten dan. Nu deed ze het gewoon voor den brode. Een mens moet toch iets doen. En liefst iets wat je graag doet. Dus welk beroep had ze nu beter kunnen kiezen ? Maar ze zou er wel mee stoppen hoor. Nog voor haar veertigste. Beloofd ! Het was best een leuke babbel met haar hoor, en zij voerde, zoals steeds in het verleden, de hoogste toon in dat gesprek, maar weet u, het hart was er niet bij. Heel haar gesprek, was eigenlijk een lang uitgerokken excuus. Het leek eigenlijk een heel oppervlakkige babbel, maar eigenlijk probeerde ze heel haar verleden goed te praten.. In scherp contrast met de dingen waar we vroeger samen over spraken. Ik was blij dat ik haar nog eens gezien had, en heel even was ik zelfs blij dat ik nooit een echte relatie met haar begonnen was. Want dan had mijn leven er beduidend anders uit gezien.
Ik nam die dag afscheid van haar in het gasthuis. En ik ging met een vervrongen gevoel naar huis terug. Ik voelde me er niet goed bij. Ze was een monument uit mijn verleden, dat wel. Maar ze zou nooit het monument kunnen zijn, dat de moeder van mijn kinderen zou kunnen geworden zijn. Ik had het leuk met haar gehad, ruige en diepgaande, brute en hete seks met haar beleefd, maar het was een stuk uit mijn verleden. Een verleden dat nu, al wel even, achter mij ligt. Al duikt het wel eens terug op, in mijn dromen. En niet alleen in mijn dromen.
Zeker vandaag.
Frieda’s doodsbrief ligt voor mij.
Onder haar naam, op de eerste lijn, staan er slechts twee lijnen met familie op.
Op een enkele na, allen reeds langer overleden.
Ik denk dat ik toch maar naar haar begrafenis ga, ook al woon ik lang niet meer in de buurt.
En ik denk ook dat ik alleen ga, mijn vrouw blijft ongetwijfeld thuis.
Ze haat Frieda.
Frieda. Ze werd eenenveertig.


Geen opmerkingen: